Faillissement van een VOF betekent niet het faillissement van de vennoten!

Faillissement van een VOF betekent niet het faillissement van de vennoten!

Faillissement van een VOF betekent niet het faillissement van de vennoten!

De Hoge Raad (HR) heeft op 6 februari jl. bepaald dat het faillissement van een VOF niet altijd en noodzakelijkerwijs het faillissement van haar vennoten betekend1. De HR komt daarmee terug op zijn vaste rechtspraak over dit onderwerp.

VOF: Géén rechtspersoonlijkheid, wel afgescheiden vermogen

Volgens de HR heeft de VOF weliswaar géén rechtspersoonlijkheid, maar wél een - van de vermogens van de vennoten - afgescheiden vermogen. Ondanks het ontbreken van rechtspersoonlijkheid wordt de VOF om die reden op diverse plaatsen in de wet als afzonderlijk rechtssubject behandeld. Op grond van de wet is elke vennoot hoofdelijk verbonden voor de verbintenissen van de VOF, wat betekent dat die verbintenissen ook op geen persoonlijk rusten. De schuldeisers van de VOF kunnen daarom hun vorderingen op het privévermogen van de vennoten verhalen. Daarnaast kunnen de schuleisers van de VOF zich met voorrang boven de privéschuldeisers van de vennoten op het afgescheiden vermogen van de VOF verhalen. Dit verklaart dat een VOF, hoewel zij geen rechtspersoonlijkheid heeft, wel als rechtspersoon failliet kan worden verklaard.

VOF failliet, vennoten ook?

Ten aanzien van de verhouding tussen de VOF en haar vennoten in het faillissement van de VOF, bepaalt de Faillissementswet (Fw) slechts dat de aangifte tot faillietverklaring óók de naam de woonplaats van de vennoten dient te vermelden. Daaruit kan echter volgens de HR niet worden afgeleid dat het faillissement van de VOF óók het faillissement van de vennoten meebrengt. De omstandigheid dat een VOF haar verplichtingen niet voldoet, kan ertoe leiden dat wordt vastgesteld dat zij in een toestand verkeert dat zij heeft opgehouden te betalen. Indien de VOF op die grond failliet wordt verklaard, zal het faillissement van haar vennoten doorgaans onvermijdelijk zijn, maar dat hoeft niet noodzakelijkerwijs het geval te zijn. Zo kan een vennoot bijvoorbeeld de beschikking hebben voor voldoende (privé)vermogen om zowel de schuleisers van de VOF als zijn privéschuleisers te voldoen en als hij bepaalde vorderingen niet voldoet, dan brengt dat nog niet noodzakelijkerwijs mee dat hij in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen. Op grond hiervan is het volgens de HR niet noodzakelijk dat het faillissement van de vennoten altijd en zonder meer intreedt als een gevolg van het faillissement van de VOF. Ook de invoering van de wettelijke schuldsaneringsregeling per 1 december 2008 en Europese jurisprudentie- en regelgeving brengt volgens de HR met zich mee dat deze regel niet langer op zijn plaats is.

Faillietverklaring VOF en vennoten? Let op!

Deze uitspraak heeft ook tot gevolg dat een schuldeiser die naast het faillissement van de VOF ook een faillietverklaring van haar vennoten wenst, dit afzonderlijk bij de rechter moet verzoeken. De rechter zal dan ook afzonderlijk moeten beoordelen of aan de voorwaarden voor faillietverklaring van zowel de VOF als haar vennoten is voldaan.

1 HR 6 februari 2015 zaaknumer 14/03627, HR:2015:258

Heb je vragen of advies nodig?

Je kunt tijdens kantooruren altijd bellen met één van onze specialisten wanneer je een vraag hebt. over de VOF. Je kunt ons bereiken op telefoonnummer (040) 244 88 55. Natuurlijk kun je ook altijd contact met ons opnemen door ons een bericht te sturen. Wij helpen je graag verder en adviseren graag wat voor jouw situatie de beste oplossing is.